Inhoud
Planschade
Planschade is de schade die de eigenaar van een bebouwbare grond ondervindt als zijn grond door een bestemmingswijziging niet meer bebouwbaar of verkavelbaar is.
Het recht op planschadevergoeding ontstaat als binnen vijf jaar na de bestemmingswijziging:
- de grond wordt verkocht of ingebracht in een vennootschap
- een stedenbouwkundige vergunning wordt geweigerd
- een negatief stedenbouwkundig attest wordt afgeleverd
De planschadevergoeding bedraagt 80% van de waardevermindering van de grond als gevolg van de bestemmingswijziging. De waardevermindering is het verschil tussen de geïndexeerde oorspronkelijke verwervingsprijs en de waarde op het ogenblik dat het recht op planschadevergoeding ontstaat.
Het recht op planschadevergoeding is enkel van toepassing op:
- percelen die voor de bestemmingswijziging bebouwbaar waren.
- percelen die aan een uitgeruste weg liggen.
- enkel de eerste 50 meter van het perceel, grenzend aan de weg.
In specifieke gevallen kan een bouw- of verkavelingsverbod aanleiding geven tot een beperkte schadevergoeding, planschadevergoeding genaamd.
Een planschadevergoeding wordt niet automatisch toegekend. Wanneer je als eigenaar meent recht te hebben op deze vergoeding, dien je een planschadevordering in bij de rechtbank van eerste aanleg. Je doet dit uiterlijk één jaar na het ontstaan van het recht op de planschadevergoeding.
Er geldt een aantal uitzonderingen waarin geen planschade verschuldigd is. Zo is er geen recht op een planschadevergoeding in de volgende gevallen:
- bij een bouwverbod dat voortvloeit uit een onteigeningsbeslissing
- als de waardevermindering minder dan 20% bedraagt van de waarde van het perceel
Planbaten
De planbatenheffing is een belasting op de meerwaarde die een perceel krijgt door een bestemmingswijziging. Dat is het geval bij bestemmingswijzigingen waarbij onbebouwbare gronden herbestemd worden tot woonzone, zone voor bedrijvigheid of recreatiezone.
De ruimtelijke uitvoeringsplannen kunnen door bestemmingswijziging planbaten doen ontstaan.
Een planbatenheffing is verschuldigd wanneer, op basis van een in werking getreden ruimtelijk uitvoeringsplan, een perceel in aanmerking komt voor een vergunning (om woningen, bedrijfsgebouwen of recreatieve inrichtingen te bouwen of een functiewijziging door te voeren).
De planbatenheffing bedraagt tussen 1% en 30% van de geschatte meerwaarde van het perceel. De meerwaarde wordt progressief belast per schijf. Zo wordt de meerwaarde van 0 tot 12.500 euro belast tegen 1%. Van 50.000 tot 100.000 gaat het om 5%. Het deel van de meerwaarde boven 500.000 euro wordt tegen 30% belast.
Na de bestemmingswijziging ontvangt de grondeigenaar een aanslagbiljet van de Vlaamse Belastingsdienst. De aanslag hoeft pas voldaan te worden op het ogenblik dat de eigenaar de meerwaarde van de grond effectief realiseert, bijvoorbeeld bij verkoop van de grond of bij afgifte van een omgevingsvergunning. Wie vroeger betaalt, kan vermindering krijgen.
Op de planbatenregeling gelden een aantal uitzonderingen. De belangrijkste uitzonderingen zijn:
- er is geen planbatenheffing verschuldigd als de bestemmingswijziging die planbaten veroorzaakt, betrekking heeft op minder dan 25% of op minder dan 200 m² van het perceel
- percelen waarop een vergunde zonevreemde woning of bedrijf staat, zijn vrijgesteld van planbatenheffing als de grond bestemd is voor woningen of bedrijven
- er is geen planbatenheffing verschuldigd als de bestemmingswijziging niet tot gevolg heeft dat voor de grond een verkavelingsvergunning of een omgevingsvergunning verkregen kan worden