Inhoud
Streven naar een gezonde kattenpopulatie
Zwerfkatten zijn, eenvoudig gezegd, katten die geen eigenaar hebben. Ze kunnen zich vrij verplaatsen en voortplanten en leven voornamelijk op openbare plaatsen, in leegstaande gebouwen, plantsoenen of op braakliggende gronden. De meeste van deze dieren waren oorspronkelijk huiskatten. Ze zijn weggelopen of bewust door hun eigenaar op straat gezet.
Een kattin kan twee maal per jaar jongen krijgen, met een gemiddelde van 4 katjes per worp, die na 6 maanden al zelf kunnen jongeren. Als je weet dat een zwerfkat gemiddeld 4 tot 6 jaar oud wordt en op die tijd een 40-tal kleintjes kan voortbrengen die op hun beurt ook verder kweken, wordt het duidelijk dat dit onvermijdelijk tot overpopulatie kan leiden.
Om een gezonde kattenpopulatie te verkrijgen, werkt Kruibeke samen met Rato vzw en vrijwilligers.
Vangen, sterilisatie/castratie en terugzetten (TNR-methode: trap-neuter-return) is de enige efficiënte en diervriendelijke oplossing om het probleem van zwerfkatten aan te pakken. Deze methode is effectiever dan wegvangen. Wegvangen creëert een vacuüm dat na verloop van tijd weer opgevuld wordt door nieuwe katten. In plaats van minder katten worden het er juist meer. Het vangen en doden van dieren is dus zinloos. Door ze terug te plaatsen, maar er ook voor te zorgen dat ze zich niet meer kunnen voortplanten, ontstaat er een beheersbare groep die minder overlast bezorgt en na verloop van tijd kleiner wordt.
Bij deze aanpak kunnen de inwoners melden bij de milieudienst waar er zwerfkatten opgemerkt worden. De zwerfkatten worden gevangen in speciale vangkooien. De dieren worden onderzocht en indien ze gezond zijn, worden ze gesteriliseerd, gecastreerd, ontvlooid, gemerkt met een chip en terug vrijgelaten op de plaats waar ze gevangen zijn.
Voor alle duidelijkheid: het is niet de bedoeling om de zwerfkatten te laten verdwijnen, we willen enkel een gezonde kattenpopulatie verkrijgen, waarbij het aantal katten niet onbeperkt kan uitbreiden.
Melding doen?
Je kan zwerfkattenlocaties melden aan de Milieudienst met vermelding van naam, adres en telefoonnummer van de melder, het aantal katten én het adres waar zich de katten bevinden.